Zowel Europees als nationaal beleid richt zich op een leven lang leren en ontwikkelen. De onderliggende redenen gaan over meegroeien met en voorbereiden op de dynamische maatschappij van de toekomst.
Zowel Europees als nationaal beleid richt zich op een leven lang leren en ontwikkelen. De onderliggende redenen gaan over meegroeien met en voorbereiden op de dynamische maatschappij van de toekomst.
De kwaliteit van de schoolleider heeft invloed op die van het onderwijs, is inmiddels algemeen bekend. Het is dus zaak dat schoolleiders aan continue leiderschapsontwikkeling doen. Helemaal met het oog op de steeds sneller gaande maatschappelijke ontwikkelingen die het onderwijs raken. Het is aan schoolleiders zelf om bij te blijven als professional. In dat kader is (her)registratie in het Schoolleidersregister PO sinds 1 januari verplicht. Wat is de stand van zaken zo vlak na deze datum? Kunnen directeuren ermee uit de voeten, waar knelt het nog?
Zo leven er nog veel vragen over informeel leren, en hoe je dat kunt valideren voor de herregistratie. Kader Primair zette de mogelijkheden op een rijtje en sprak schoolleiders en andere betrokkenen over hun ervaringen. “Informeel leren is persoonlijker dan formeel leren, de eigen betrokkenheid is groot. Door in gesprek met critical friends te reflecteren op mijn eigen handelen, krijg ik mijn leerproces beter in beeld.”
Niet alleen de schoolleider, maar ook de selectieprocedure leidinggevenden in het funderend onderwijs is aan het professionaliseren. Besturen in het primair en voortgezet onderwijs maken steeds meer gebruik van externe expertise, of putten uit professioneel opgezette kweekvijvers. Hoe selecteer je kwaliteit en krijg je de juiste man/vrouw op de juiste plek? Wat zijn de trends, do’s en don’ts? Een en ander hangt sterk af van de ontwikkelbehoefteen fase van een school. “Een reus in de ene situatie is een ramp in de andere, en omgekeerd”, aldus een werving- en selectie-expert.
Leden van de AVS kunnen de Helpdesk bellen met uiteenlopende vragen over vakgerelateerde zaken en hun eigen rechtspositie.
Iedere maand wordt één vraag beantwoord in Kader Primair.
Door invoering van de 40-urige werkweek is verwarring ontstaan over de arbeidstijd bij de invulling van vacatures. De oorzaak ligt in het feit dat de werktijdfactor voorheen op basis van de lesgebonden tijd werd berekend. Als er 2 dagen les van 5.5 uur per week werden gegeven, dan werd hiervoor werktijdfactor 0.4636 gehanteerd. De berekening was dan als volgt: 11 uur per week maal het aantal weken dat les werd gegeven (meestal 39.2) gedeeld door 930 uur.
Volgens het inzetbaarheidsschema (artikel 2.11 lid 1 CAO PO 2016-2017) geldt echter – nu alleen nog bij het basismodel – dat het personeelslid 5 dagdelen verdeeld over 3 dagen inzetbaar is.
Met de omschakeling naar de 40-urige werkweek komt werktijdfactor 0.4636 overeen met 18 uur en 33 minuten per week.
Bij de invulling van een vacature wordt gesteld dat er 2 dagen les wordt gegeven. In de CAO PO 2016-2017 wordt voor 1 werkdag een minimum van 8 uur gesteld, gelijk aan werktijdfactor 0.2. Het misverstand is ontstaan dat vervolgens gerekend moet worden met 0.2, 0.4, et cetera. In genoemde cao is bepaald dat het aantal uren afgerond moet worden op hele uren. De 2 dagen in de vacature worden door de werkgever dan vertaald met een aanstelling c.q. benoeming van werktijdfactor 0.4. Deze werktijdfactor komt overeen met 16 uur; 2.5 uur minder dan de eerdere werktijdfactor. Het personeelslid kan binnen deze uren niet dezelfde werkzaamheden verrichten, omdat bij 11 uur lesgeven de opslag van 40 procent er bij opgeteld moet worden, en rekening gehouden moet worden met professionalisering en duurzame inzetbaarheid, en er voor overige schooltaken zo goed als niets overblijft. De invulling van de vacature zou, om dit personeelslid 2 volledige dagen te kunnen laten lesgeven, moeten plaatsvinden met werktijdfactor 0.45 (= 18 uur) of 0.475 (= 19 uur).
Voorbeeldberekening (basismodel, 930 uur):
Voor 1 juli 2014 | Na 1 juli 2014 | |
---|---|---|
Werktijdfactor | 0.4636 | 0.4 |
Jaartaak | 769 | 664 |
Lesuren | 431 | 372 |
Opslag | 172 | 149 |
Professionalisering | 39 | 34 |
Duurzame inzetbaarheid | 18.5 | 16 |
Overige schooltaken | 108.5 | 93 |